Main | Welcome to Your Squarespace Website! »

verslag conferentie Talentenkracht dd 14/2/07

De koffietafel met daarop het groene boekje of dr Spock

Om aan het eind te beginnen. Wat is het belangrijkste om te doen hield Jan de Lange de aanwezige conferentie bezoekers voor. In deze interactieve ronde met panel en zaal wierp een deelneemster op dat we (ouders en leerkrachten) gewoon weer de intiatieven van kinderen moeten zien en honoreren. Een andere deelnemer suggereerde dat ouders dus ook de tijd moeten nemen om naar hun kinderen te kijken. Een directeur van een basischool uit Katwijk gaf als voorbeeld dat op een speciale avond voor de ouders over het luisteren naar kinderen ouders zelf de spreker niet lieten uitpraten en door elkaar praatten.
Dat gaat dus eigenlijk over fatsoen, gewone deugden van luisteren, kijken en reflecteren. Misschien is het inderdaad niet zo ingewikkeld.

Jan de Lange hield als gespreksleider de zaal voor of een koffietafelboek misschien de oplossing is om ouders weer de ogen te geven die nodig zijn om kindertalenten te zien en te voeden. Distributie via een laagdrempelige medium als de Allerhande werd gesuggereerd. De Lange stelde de vraag aan de panelleden welke producten zij vanuit TK voor zich zagen zodat de talentenkracht van kinderen kan worden gestimuleerd. Bewustzijn bij allen die betrokken zijn bij de begeleiding van jonge kinderen, leerkrachten, leidsters, ouders.

Een groot deel van de conferentie werd gewijd aan de resultaten van de vier satelieten van Talentenkracht die elk op een eigen terrein een wetenschappelijke basis leggen voor het onderzoek naar de talenten van jonge kinderen. Het Freudenthal instituut in Utrecht spoort de methodische talenten van kinderen op. Het zoeken is nog naar de categorieen. Jelle Jolles, vanuit de neurowetenschappen gaf met enkele modellen de ontwikkeling van het baby brain tot aan volwassenheid weer. Conclusie eerst is het brein een fijnmazig netwerk tot ± 2 jaar, maar later onder invloed van de omgeving worden veel verbindingen opgedoekt. We verliezen dus mogelijkheden tot verfijning. De omgeving bepaalt proces van het snoeien. Door steun, sturing en ervaring verdwijnen niet-efficiente verbindingen. Bij het ouder worden komt er voor in de plaats dat het brein efficienter omgaat met opslag, verdeeld over verschillende partities.
Wel staat vast dat een stimulerende omgeving significant bijdraagt aan de ontwikkeling van het brein en gerelateerde vaardigheden. Sociale deprivatie is het gevolg van verwaarlozing in de early ages.
Beta aanleg is te trainen, alle kinderen hebben het van nature. Denken, rekenen, wiskunde, getallen begrip hangt nauw samen met ruimtelijk inzicht. Verder blijkt uit canadees onderzoek dat verhalen vertellen ons abstractie vermogen traint.

In de sateliet Maasstricht ging men te werk met kleine groepjes van 4 kinderen. De invloed van de interactie is goed te zien op het individuele gedrag bij de opdrachten.
De deelnemende kinderen volgen elkaar bij moeilijke keuzes, of copieeren gedrag.

Veel filmmateriaal brengt het senso-motorisch inzicht, ook wel het handelend denken, van kinderen goed in beeld. Waar in het basisonderwijs en ook al op de voorschoolse opvang in de creche leerkrachen en leidsters mee te maken hebben is de vertaling van deze natuurlijke vaardigheid naar een meer conceptueel niveau, waarbij taal en ruimtelijk inzicht gepaard ontwikkelen.

De ondersteuning van leerkrachten in de versterking van de pedagogische omgeving is hard nodig, omdat in de praktijk de taaluitingen zoals meer, minder, hoger, lager, slechts 3% beslaat van de communicatie tussen leerkracht en kinderen. Buiten de schoolmuren is de begeleiding zo mogelijk nog minder. Wel leren de kinderen veel sociale vaardigheden aan in die leeftijd. Ontwikkeling van bstractere begrippen zoals meer en minder, hoog en laag, maten en grenzen worden niet meer actief ondersteund. Talentenkracht wil daarom ook de ogen van de ouders en leerkrachten betrekken bij het vergroten van de uitdagende omgeving.

Het Amstelinstituut stelde in haar satelietonderzoek dat kinderen met mentale modellen door een proefopstelling navigeren. Dat werd bevestigd door de proefopstellingen in NEMO. De vraag die ons bijblijft is hoe ontwikkelen ze die modellen. Dat ze in die 'onzekere' omgeving toch verder komen.

Van jongs af aan oefenen ze bewust, onbewust in spel en leren.
LINK Dit idee is in de literatuur (social logic of space) vanuit ruimtelijke ordening beschreven door Hillier cs. in het disused factory model.

Dat deze ruimtelijke modelering van de omgeving/wereld ook dienst doet bij het hanteren van getallen en taal is dus een wetenschappelijk vastgesteld gegeven. De vraag is dan hoe we met deze wetenschap in het basisonderwijs de beta (en alpha) talenten van kinderen kunnen stimuleren.

tot zover,

Guido Keizer

http://www.talentenkracht.nl

Posted on donderdag, februari 22, 2007 at 11:58AM by Registered CommenterGuido Keizer | CommentsPost a Comment

Reader Comments

There are no comments for this journal entry. To create a new comment, use the form below.

PostPost a New Comment

Enter your information below to add a new comment.

My response is on my own website »
Author Email (optional):
Author URL (optional):
Post:
 
Some HTML allowed: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <code> <em> <i> <strike> <strong>