de herhaling van een bouwvorm bestaande uit dezelfde elementen brengt een structuur voort op een stedelijke schaal. de bewoonbaarheid van die structuur wordt bepaald door de mogelijkheid om binnen het basistype te variëren en voort te zetten wat anderen reeds hebben gedaan. In zo'n stedelijk veld werken structuur, type en patroon op elkaar in. De schaal van de stedelijkheid (in het type van hof: de agora, of het ekklesion, het stadium of het plein, kortom daar waar de burgers samenkomen) kent wel grenzen. Een maaiveld principe waarin voetgangers en langzaam verkeer het ritme van de ruimte bepalen. (pedestrian pockets, workshopfronts, decentralized learning networks become congruent with urban fabric).