cyclisch: tijd, plaats en vorm
buurschap en buurtschap
gehucht weiler hamlet hameau aldea al-dai'a liten-by buurtschap
Historie vanaf 3000 jaar terug
De zwervende erven in de eerste nederzettingsvormen van boerenhoeven in Nederland volgden door de tijd en ruimte de beweging/verandering in de op wederzijds belang gebaseerde betrekkingen van de bewoners. Buurschappen zijn historisch ouder dan buurtschappen volgens dediscussie in Wikip. Suggereert de veranderlijkheid van de bouwwerken en erven dat deze nederzettingsvorm lokale en dus specifieke 'controle', -zelfbestuur- kende en niet van buiten of door hogerhand bestuurde eenheid vormde.
Ook bevond zich er geen kerk, of ander centraal bouwwerk, behalve dan de gemeenschappelijke bron of waterput. Gedeeld belang van de bewoners bepaalde vorm en voortzetting van de nederzetting. Of het opdrogen van de bron leidde tot verlaten van de nederzetting.
2005 ........ Heden
Een rapport van de Wetenschappelijke Raad Regeringsbeleid, die de net opgevolgde minister van VROM Winsemius als lid in 2005 zijn voorganger Thom de Graaf aanbood, adviseert de buurt als plaats van actie, van bestuur en burgers. In de begeleidende brief heet 'Vertrouwen in de buurt', inzicht te bieden in de manier waarop burgers, door versterking van kleinschalige verbanden effectief kunnen bijdragen aan de leefbaarheid van hun buurt.
Lokaal en specifiek in de jaren 60
"Bouwen is een impuls die de daad verre prefereert boven de voltooiing". Van jongs af aan zit dit principe in onze genen. Cultuur bepaald ongetwijveld, zegt het veel over de wijze waarop wij en al die ons vooraf gingen en zich vestigden op een plek, zich neder-zette. Je nederzetten is je verhouden tot het bestaande, het nieuw te maken en handelen in een bestaand sociaal-ruimtelijk speelveld. Prof. ir. John Habraken schrijft al 50 jaar op heldere en overtuigende wijze over de vormen, principes en verschillende 'levels of control' die in onze gebouwde omgeving actief zijn. (zie zijn weblog credo over fields). Zijn eerste publikatie uit 1960 heette "De dragers en de mensen", aangevuld door 'Aap, noot, mies, huis' gepubliceerd in Forum in 1963, het toenmalig avantgarde tijdschrift van de jonge generatie na-oorlogse architecten. Ten tijde ook van de enorme inhaalinspanning van rijkswege het woningtekort in te lopen. Zijn fundamentele kritiek, was dat deze 'massawoningbouw' het vraagstuk van het nederzetten niet oploste, maar zelf bemoeilijkte. In zijn visie op 'wonen als daad', ontnam deze wijze van bouwen de mens die existentiële actie. Habraken stelde voor de draagstructuur met langere levensduur te scheiden van de invulling, die door de bewoner/gebruiker (korte levensduur) kan worden gedaan.
De onderscheiding van sferen heette in zijn betoog, drager en inbouw. Een concreet voorstel om techniek en technologie in de bouw, in verschillende invloedssferen in te zetten, teneinde een meer met de veranderlijkheid en vitaliteit van het leven overeenstemmende omgeving te maken. In latere publikaties (oa Structure of the Ordinary, 1998) met de bestaande omgeving als onderwerp, is sprake van de voortzetting van het stedelijk weefsel binnen grotere gebouwen. Dat wil zeggen dat daar verschillende 'levels of control' gangbaar zijn, waarbij gebruikers/bewoners direct betrokken spelers zijn. De analogie bij grote gebouwen en buurtweefsel is dit niveau van directe deelname in de inrichting en beheer van de omgeving.
Stel nu de buurt voor als een groot (ge)bouwwerk, van open en besloten ruimtes. Buurtschap bouwen is stedelijke inrichting door lokale en specifieke actie.
Buurtschap, buurtschool en lerende omgeving
Inzichten in ruimtelijke ordening en sociale samenhang die het lokale en specifieke benadrukken en nieuwe inzichten in het leren in basisonderwijs, zijn uitgangspunten voor het aldea buurtschap bouwen. Vanuit de basis die aldea aanbiedt oefenen jonge burgers vaardigheden en vergaren kennis over de wereld om hen heen. Door de natuurlijke talenten van kinderen te voeden in de lokale omgeving wordt die omgeving op haar buurt gevoed met de specifieke talenten van deze kinderen. Zo ontstaat wat wij aanduiden als de lerende omgeving, in veilige onzekerheid, omdat dat de beste stimulans is voor talentenontwikkeling van kinderen. De klas, de school, de straat, het plein, maar ook thuis zijn de veilige havens in de buurt van waar ze uitvaren naar het onbekende met een breed aanbod aan loodsen; in persoon, in werkhouding, in vorm. Aan ons volwassen 'buren' de silo's van gescheiden functies en diciplines te verbinden, dat wil zeggen onbevooroordeeld te openen, radicaal en humaan.
Zachte radicaliteit, als heelmeester
Bij een 'radicale' decentralisatie van de leeromgeving wordt deze congruent met de stedelijk structuur. Denk aan de betrokkenheid, zorg, samenhang die dat teweegbrengt. Niet terug naar het dorp, wel vooruit met buurtschappen, gedragen door burgers van jong tot oud, die verantwoordelijkheid nemen en krijgen waar die thuishoort, lokaal en specifiek in de buurt, in de openbare ruimte, in de sociale netwerken. Niet een blauwdruk, niet beleidsgestuurd, maar gericht op werkelijke participatie met behulp van persoonlijke en gemeenschappelijke 'levels of control'. De taal die we spreken is primair verbonden met de omgeving waarin we die taal leren: Aap, Noot, Mies, Buurtschap. En buurschappen is buurtschaptaal voor lokale ambassades, die Nederlanders huizen in den vreemde en visa versa. Gaat het toch nog over logistiek van opslag en overslag. Over voorraad van kennis en ervaring, het uitwisselen en vermeerderen in de pakhuizen van de menselijke geest met hart en ziel. Dat de buurt daar kond van doet dat is helend zacht en radicaal.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Buurtschap